Een kunstenaar die symbolen van de macht onttroont. En dat in de Rabobank in Utrecht. Kan dat? Of is het maatschappijkritische werk van Fernando Sánchez Castillo toch niet zo gevaarlijk?
Ik maak politieke kunst. Maar het gaat me niet om een statement, maar om ruimte te scheppen voor verschillende mogelijkheden, zegt Castillo.
Het klinkt raadselachtig. Hoe kun je politieke kunst maken zonder statement? De slaap van de rede, de titel van de tentoonstelling (t/m 13 september 2013) moet de richting aangeven waarin we kunnen denken. Het is een verwijzing naar een waarschuwende ets van Goya, De slaap van de rede brengt monsters voort.
Goya, evenals Castillo een Spaans kunstenaar, wilde mensen wakker schudden. Hij toonde de hebzucht en machtswellust van kerk en staat. Hij deed een beroep op de menselijke rede. Het volk kon zich bewust worden van haar rechten en in opstand komen.
Ook Castillo wil mensen wakker schudden. Niet door de rede, maar door verbeeldingskracht. In de documentaire op de tentoonstelling vertelt hij dat in Spanje de publieke ruimte niet van het publiek is. Gewone burgers hebben er geen invloed op. Als verzet daartegen laat Castillo zijn relativerende fantasie los op monumenten van machthebbers en zet hij alledaagse dingen op een publieke troon.
En dat, of all places, in de Rabobank in Utrecht. Een gebouw dat bij uitstek de macht van deze bank toont. Het is een kolos, slechts ietsje minder hoog dan de Dom. Het heet ook wel ‘de verrekijker’ en is tijdens de bouw vier keer in brand gestoken. Anarchisten meldden dat dat hun actie was tegen het fascisme van banken, wat niet waar bleek te zijn. Sinds 2011 is de foeilelijke 'verrekijker' een feit, zichtbaar in de hele stad.
Foto: Wikimedia
Hierover wordt op de tentoonstelling niet gerept. De Rabobank maakt kunst toegankelijk voor het publiek, en dat is al heel wat natuurlijk.
En misschien is kunstenaar Castillo, ondanks de verwijzing naar Goya, voor machthebbers helemaal niet zo'n gevaarlijk kunstenaar. Ondanks het feit dat hij wil wijzen op de mogelijkheden die burgers hebben om te spelen met symbolen van de macht.
We gingen het zien en liepen de tentoonstelling door. Een paar voorbeelden daaruit.
Castillo filmde waterkanonnen op de Rotterdamse Maasvlakte. Ze zijn ervoor bestemd om met watergeweld opstandige volksmassa’s uit elkaar te drijven, maar hier voeren ze een onschuldige dans op.
Op een kanon kun je ook gaan zitten, je hebt dan een uitstekend uitzicht.
Met het beeld Flag Man laat Castillo zien dat het effect van een machtssymbool volkomen teloorgaat als de wind even de verkeerde kant opwaait. Je wordt weer gewoon mens, ondanks je mooie uniform en je indrukwekkende functie.
Ook zonder uniform heb je macht. Simpelweg door je lichaam te gebruiken. Castillo maakte een groot standbeeld van de Tank Man, de Chinees die, zwaaiend met twee plastic tasjes, voor de aanrollende tanks op het Tianmenplein in Bejing ging staan tijdens de studentenopstand in 1989.
De daad van de Tank Man was geen spel, maar bittere ernst. Zoals het voor Goya ernst was.
Die ernst lijkt te ontbreken in de tentoonstelling van Castillo. Goya wilde waarschuwen. Castillo lijkt alleen te spelen, wijst erop dat alles kan worden ingezet als wapen, als symbool van macht, maar ook als spel, om kwetsbare schoonheid te maken.
Zoals in de laatste zaal. Daar maken Peruaanse militairen, temidden van af en aan rijdende vliegtuigen, zachte muziek met kleine steentjes. Okee, frappante tegenstelling. In een vitrine liggen stenen, schedels, een kaak. Inderdaad, alles kun je als werktuig voor geweld gebruiken, maar er ook schoonheid mee maken. Als de verbeelding aan de macht is brengt die monsters of wijze uilen voort. Aan ons de keus, lijkt Castillo te zeggen.
Aan ons de keus? Vergeet Castillo het feit dat machthebbers macht hebben? Laat hij de monsters weg, niet alleen in de titel van de tentoonstelling, maar ook in zijn werk?
We liepen naar de uitgang. In de Rabobank was het einde kantoortijd. Personeel stroomde de trap af, hield pasjes tegen paaltjes en liep door de hal, de vrijheid tegemoet. Alle mannen in zwart pak en stropdas. Alle vrouwen in nauwe rokjes tot de knie en op hakjes. Het brave uniform van de bank. Zit u op Facebook? vroeg de hoedster van de tentoonstelling, ook zo'n Rabobankvrouwexemplaar. Want dan konden we een tekstje opsturen over wie wij een held vinden. Naast een grote verzameling tankmannetjes in speelgoedformaat van Castillo lagen al inzendingen. Ik lees: Mijn held is mijn dochter, ik ben zo trots op haar. Iemand die het grote ziet in het kleine, persoonlijke. De Tank Man gereduceerd tot fetisj, een dochter benoemd tot held. Schattig allemaal.
Vergeten we niet de monsters die onze samenleving bedreigen? Voeren we nog strijd voor het goede, bijvoorbeeld voor mensenrechten? Spelen lijkt me niet genoeg. Want er staat wat op het spel.