Er was eens
en is nog
een oud stadje, Zaltbommel.
Om het stadje zijn muren gebouwd
en wallen
en een gracht
een heel bastion
bedoeld om piefpafpoef te doen
en ja, de Spanjaarden vertrokken met stille trom.
De gracht liep uit op de Waal
En daarna toch maar niet.
Dijken, sluizen, dammen
want alles dreef en alles zwom er
en wat niet zwemmen kon ging dood.
Muren, wallen en gracht zijn er nog steeds
zonder nut
in de spiegel van de tijd
woekeren de planten
flonkert het water
staan de bomen roerloos
zijn witte eenden onschuldig
spreiden aalscholvers voldaan hun vleugels
liggen meerkoetnesten open en bloot
snateren waterhoentjes in het wilde weg
en we praten en we zingen en we lachen allemaal.
Mooi. Nog mooier.
We verzinnen dingen in het water. Dingen?
Kunst.
Steden van plastic
een gapende krokodil
een hoorn des overvloeds
fabuleuze insecten
een tempel
een hoedje van papier
een hoofd van graniet
liggende kruipende poepende mensen
wolken zonder wachtwoord
en wat dies meer zij in abstracto
de gracht weerspiegelt alles trouw.
Ik ging naar Bommel om die dingen te zien
elke bocht gaf een ander vergezicht.
Een bootje kwam langzaam
door de brug gevaren
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Zij ruilt vast graag de hemel in
voor dit paradijs
vrolijk zal zij gezongen hebben
met loftrompet en dikke draak
‘En temidden van die rommel, rommel
dreef de torenspits van Bi-Ba-Bommel
en temidden van die rommel, rommel
dreef de torenspits in ’t rond.’
Maar nee het was mijn moeder niet
fatum, fata morgana, watte? Een luchtspiegeling
het leed is geleden, de horizon schijnt
‘s avonds at ik gerust mijn zandgebak.
Terug naar huis over de Waal
kwam ik over de nieuwe brug.
Het water stroomde maar,
de zon scheen er maar in
zoals honderd, duizend, honderdduizend maal.
Duizenden jaren kon het water nog stromen.
En als de aarde verging
dan was er eigenlijk nog niks gebeurd.
Daarna kwam nog zoveel tijd
er kwam geen einde aan de tijd.
Was ik maar weer in Bommel
dreef ik maar op het water
was ik maar een spiegeling
lang en gelukkig.
Met fragmenten uit:
Boudewijn de Groot: Het land van Maas en Waal
Martinus Nijhoff: De moeder de vrouw
Onbekende liedschrijver: In die grote stad Zaltbommel
Nescio: De uitvreter
Karl Marx: brief aan Nanette Philips
Het tweejaarlijkse kunst-event Pracht in de Gracht duurt in 2015 nog t/m 5 september.