Lange tijd
leefde ik
dankzij natuur en mensen
en leefde ik
ondanks natuur en mensen.
Ik heb nooit een naam gehad
mijn jaarringen zijn nooit geteld.
Nu kijk ik voorbij mijn bestaan.
Ik leefde dankzij de mensen, de sloten en de koeien.
Ver voor mijn tijd was hier
boven het stadje Utrecht
alleen veen
nat en drassig waren de Voordorpsche Landen
zure zompige grond.
In de Middeleeuwen ontgonnen mensen het veen
de wildernis werd Voordorpsche Polder
lange sloten
keurige kavels
deftige heren verpachtten de grond
boeren verbouwden groente en graan
koeien graasden rustig
en bemestten de aarde.
1851
Eeuwenlang ging dat zo door
de aarde werd rijk.
In de negentiende eeuw
bouwden mensen een waterlinie
in een handomdraai konden ze van de polder
een groot meer maken
onbegaanbaar.
Dat hebben ze maar één keer gedaan
gelukkig, anders was het hier wéér natter dan nat
en had ik nooit bestaan.
In de twintigste eeuw
haalden de mensen hun voedsel steeds liever van ver
in 1968 ruimden de koeien het veld
voor hoge hekken, vertrapt gras, geschreeuw, gezweet
vlakbij sporten wilden de mensen wel
voor de natuur geen bal aan.
En toen.
De mensen wilden ook steeds liever snel ver weg.
In 1972 werd de kalme weg naar Hilversum
Rijksweg A27.
Ergens toen kwamen wij bomen hier
dankzij de weg
beneden aan het talud
ergens toen. Eindelijk.
Wat waren wij nog jong
ik klaag niet
maar klein als we waren
moesten wij heel hard reiken naar de ochtendzon.
Mensen ik bid u
ga van A naar B voortaan ondergronds
bouw een wortelstelsel
net als wij.
Maar ja, zo danken wij ons leven.
Ik bestond.
Mijn leven was mooi
dankzij aarde, zon en regen
ondanks de wind
en ondanks de mensen.
Zware stormen hebben wij doorstaan.
Neem mei 1983, een Hemelvaartsstorm.
Heel Nederland lag plat
in Amsterdam zeeg een boom op een auto neer.
Wij waren nog jong
we bogen mee
en bleven staan.
ANP Photo, Amsterdam 1983, Creative Commons, Historisch Archief Community
Neem de orkaan Daria van januari 1990
de zwaarste storm in honderd jaar
In Zandvoort woeien mensen van de stoep
maar wij bleven staan.
ANP Photo, Zandvoort 1990, Arthur Bastiaanse, Creative Commons, Historisch Archief Community
In 1993 kwamen de mensen hier dichtbij
al het gras verdween
ze maakten huizen, stoepen, straten
steen, steen en nog eens steen.
Heel, heel droevig waren wij die herfst.
Brullende machines
kapten
veel van mijn makkers om.
De rest van ons
bleef staan.
De natuur raasde voort.
Door de storm Kyrill van januari 2007
viel een hijskraan bovenop de Utrechtse Uithof
viel in Brussel een beeld van zijn sokkel.
Wij bleven staan.
En toen nog de storm van oktober 2013
Christian,
één van de zwaarste in de geschiedenis.
Een Friese windturbine woei om
maar wij vingen de wind
wij bleven staan
al die tijd saamhorig naast elkaar.
Zo leefden we dankzij natuur en mensen
en ondanks natuur en mensen.
Ik had het goed
ik kreeg zon en regen
was een huis voor de vogels
een maaltijd voor de mieren
ik filterde het fijnstof
maakte ijverig zuurstof
voor mens en dier.
Mijn kruin reikte hoger en hoger
mijn stam werd dikker en dikker
mijn takken vermenigvuldigden zich
mijn bladeren ruisten dat het een lieve lust was
Op 25 juli 2015 brak ik.
Tijdens een stormpje van niks
het mag geen naam hebben
maar ik sta niet meer.
Ik geef mijn leven aan de kleine dieren
aan de mossen
aan de lucht
ik dank u zeer.